Sharpeville
Jasper schrijft momenteel een weblog voor OneWorld.
Jasper
van der Bliek uit Heinkenszand rondt zijn studie aan de Academie
voor Journalistiek in Tilburg af met een afstudeerproject in Zuid-Afrika.
Interview
met Vincent Leutsoa
OP WEG NAAR DE AFRIKAANSE EEUW
Jasper van der Bliek
SHARPEVILLE - "Wij zijn de enige hoop van Azania. Ons volk is teleurgesteld.
Het is tijd om actie te ondernemen." Zijn woorden met gebalde vuist
kracht bijzettend kijkt Stanley Mogoba zijn toehoorders doordringend
aan. Als leider van het PAC (Pan Africanist Congress) is hij op
21 maart in de Zuid-Afrikaanse township Sharpeville aanwezig om
de massamoord van veertig jaar geleden te herdenken.
De herdenking van de schietpartij in 1960 na een protestactie
tegen de pasjeswetten is tegenwoordig inzet van een politieke strijd.
Over de ruggen van de 69 doden en 180 gewonden vechten regerende
partij ANC en het PAC nu om de eer voor de gebeurtenis die wereldwijd
wordt gezien als het eerste grote protest tegen apartheid. Hoewel
het onomstotelijk vaststaat dat het militaristische PAC het protest
organiseerde, eist het ANC nu de meeste aandacht op.
De 21ste maart, tegenwoordig bekend als Human Rights Day, is een
nationale feestdag in Zuid-Afrika. Door het hele land zijn er evenementen,
vergelijkbaar met Koninginnedag in Nederland.
Daar waar Mensenrechtendag ontstond is de stemming wat minder feestelijk.
Regen valt met bakken uit de lucht, wellicht als nat protest van
bovenaf tegen het misbruiken van deze dag voor allerhande plezierigheden.
Op de plek waar de blanke politie veertig jaar geleden het vuur
opende op de meute protesterende mensen is nu een grote tent opgezet.
Van binnenuit klinkt gezang en gejoel. Het ANC houdt een herdenking
en heeft voor de plechtigheid zwaargewichten als Jeff Radebe, minister
van Public Enterprises, en Bob Mabaso, leider van de Communistische
Partij, uitgenodigd.
Voor Radebe aan zijn speech begint nodigt hij de duizenden aanwezigen
uit tot het dansen en zingen van de Revolutionary Song, een exclusief
Afrikaanse oorlogsdans. Het publiek beantwoordt de oproep gretig
en verliest zich de daaropvolgende minuten in een emotionele, aan
extase grenzende dans. Ritmisch bewegen de aanwezigen hun lichamen
terwijl ze zichzelf begeleiden met in het Sotho uitgesproken kreten.
ANC-kopstuk Radebe spreekt vervolgens over het uitroepen van het
nieuwe centennium tot Afrikaanse eeuw, en de noodzaak van onderwijs
voor jonge zwarten. Tenslotte maakt de minister zich onder luid
gejuich sterk voor een monument voor de slachtoffers van Sharpeville.
Na Radebe's bejubelde toespraak is het tijd voor een optreden van
een koor van de vrouwenafdeling van het ANC. Meerstemmig en meeslepend
vertolken zij liederen over Sharpeville en het nieuwe Zuid-Afrika.
Bij de demonstratie van het PAC, verderop bij het voetbalveld, gaat
het er wat extremer aan toe. Vertegenwoordigers van de extreemlinkse
organisatie, die de slogan 'One settler, One bullet' hoog in het
vaandel heeft, spreken over de noodzaak om de strijd aan te gaan
en Azania -zoals Zuid-Afrika door de zwarten wordt genoemd- te zuiveren.
Jeugdige PAC-leden in militaire kledij marcheren over het veld.
Hoogtepunt van de PAC-demonstratie is de speech van generaal Magagula.
Als een volleerd demagoog weet hij bij de luisteraars een gevoelige
snaar te raken: "Europeanen zijn geen Afrikanen. Ze moeten weg,
ze hebben ons lang genoeg onderdrukt. We moeten tegen ze vechten.
Onze oorlog is pas voorbij als alle blanken hier weg zijn." Onder
luid applaus verlaat Magagula het podium.
Op dit moment zijn zijn woorden niet meer dan ruige taal. Maar op
plaatsen waar ontevredenheid heerst spinnen extreme partijen garen.
En in Zuid-Afrika neemt de teleurstelling over het beleid van de
ANC-regering gestaag toe. Mensen willen na jaren van onderdrukking
onmiddellijk resultaat zien. Het argument dat hervormingen tijd
kosten is niet genoeg. En ook de verzoenende daden worden het ANC
niet door iedereen in dank afgenomen. Het PAC ligt op de loer om
deze gevoelens te voeden.
|