Nieuwsarchief Digitale Gemeente Borsele donderdag 7 december 2006

Ontpolderen is niet te vermijden

Ontpolderen langs de Westerschelde is niet te vermijden. De commissie Maljers, die alternatieven voor aanleg van getijdennatuur onderzocht, ziet geen aanvaardbare andere mogelijkheden.

Het rapport van de commissie verschijnt vandaag. Daarin adviseren Maljers en de zijnen wel als nieuw project onderzoek te doen naar kansen voor getijdennatuur in de Braakman-Zuid, onder rijksweg N61. Niet als totaal alternatief, maar in combinatie met een of meer andere poldergebieden langs de zeearm.

Hiervoor blijven in beeld twee polders in Oost-Zeeuws-Vlaanderen (Eendragt en Hellegat) en drie in de gemeente Borsele (de Van Hattum-, Everinge- en Zuidpolder langs de Westerschelde). Die zijn overigens niet allemaal nodig om aan 600 hectare nieuwe getijdennatuur in de zeearm te komen.

Afplaggen
Het plan voor ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder en de Prosperpolder-noord bij het Verdronken Land van Saeftinge kan niet geschrapt worden. Het idee om in plaats daarvan delen van Saeftinge af te plaggen (er zijn zelfs grondmonsters voor genomen) wijst de commissie van de hand.

Ideeën
De commissie kreeg ruim vijftig ideeën aangereikt om ontpolderen te vermijden. Rijp en groen. Een aantal viel snel af, omdat ze niet in voldoende mate bijdragen aan het uitgangspunt: versterking van de getijdennatuur in de Westerschelde. Uitputtend onderzoek is niet gedaan; daarvoor had de commissie veel te weinig tijd.

Dat de Braakman in een dergelijk document opduikt, is niet nieuw. Al in het natuurrapport over de ontwikkelingsschets voor het Scheldebekken (2003) is die optie genoemd. Er is vervolgens weinig mee gedaan, met name omdat chemiegigant Dow Benelux er ernstige bezwaren tegen had. Het bedrijf werd daarin gesteund door het ministerie van Economische Zaken.

Kans
Maljers voerde enkele gesprekken met Dow. In hoeverre dat heeft geleid tot een andere opstelling van het bedrijf is niet duidelijk. Maar dat nu de Braakman-Zuid (waar veel grond door het Rijk verpacht wordt) als nieuwe mogelijkheid wordt aangedragen, duidt erop dat de commissie Maljers hier een haalbare kans ziet.

Na de presentatie van het rapport is de provincie Zeeland aan zet. Die beslist of er verder onderzoek komt. In de commissie zitten naast de uit het bedrijfsleven afkomstige F. Maljers, de hoogleraren W. Wolff (Groningen) en H. de Vriend (Delft), oud-burgemeester A. Verbree en jurist M. de Smidt.

Zie ook PZC-artikel: Veel kritiek op ontpolderadvies