Nieuwsarchief Digitale Gemeente Borsele vrijdag 2 juni 2006

Polders gingen kopje onder

Drie polders aan de zuidrand van de Zak van Zuid-Beveland zijn geselecteerd voor ontpoldering: de Zuid-, Everinge- en Van Hattumpolder. Wat ligging betreft geschikt voor omvorming tot getijdennatuur. Daarnaast voldoen ze aan een aantal andere uitgangspunten, zoals niet te veel bewoning, geen bijzondere objecten (hoogspanningsmasten en buisleidingen) en geen verhoogd veiligheidsrisico. Het zijn polders met een bewogen verleden.

Klik voor een grote versieDat geldt trouwens voor de hele onderkant van de Zak. Door de eeuwen heen is het een gebied geweest dat blootstond aan aanvallen van de zee. Al vroeg werden polders ingedijkt. Een flink aantal ervan is na korte of langere tijd in zee verdwenen. Ook kregen de polders te maken met heel wat dijkdoorbraken, tot en met 1953. Het is een gevoelig gebied: de Westerschelde blijft er aanvallen. Waterschap Zeeuwse Eilanden houdt de aantasting van de vooroevers nauwgezet in de gaten.

Een opvallend gebied dat opkwam en verzonk is het eiland Stuivezand (ongeveer 400 hectare). Het bevond zich zuidelijk van Baarland, in de buurt van de huidige Middelplaat in de Westerschelde en omvatte diverse polders. De eerste, de Oude Polder, werd in 1371 bedijkt door graaf Willem V. Het dorp Stuivezand ontstond in de wat later bedijkte Kerkpolder. Andere polders waren Wolfshoek, Paardekijns, Hopaard en Maria Magdalena.

Stormvloeden
Het water zorgde voortdurend voor bedreigingen. Verschuiving van de stroomgeul van de Honte, rond het midden van de 15e eeuw, veroorzaakte veel dijkdoorbraken. Er werden diverse inlagen aangelegd. Door afdamming van de Dierik, zijarm van de Honte, werd Stuivezand omstreeks 1525 een schiereiland, verbonden met het land van Borssele en Baarland. Het mocht niet baten. In de 16e eeuw sloegen stormvloeden bij herhaling toe: 1530, 1532, 1552, 1570. De bewoners verlieten het gebied. Begin 17e eeuw verdween wat van Stuivezand restte, in de Honte of Westerschelde.

De huidige Everingepolder ten oosten van Ellewoutsdijk kende een voorganger. De Oud-Everingepolder lag tussen Borssele en Ellewoutsdijk en werd ook wel de Coudorpepolder genoemd. Het jaar van bedijking is niet bekend; het moet omstreeks de 13e eeuw geweest zijn. In 1530, bij de Sint-Felixvloed, ging de polder kopje onder. Slechts een klein deel werd in 1673 herdijkt als de Watervlietpolder, die maar een kort leven beschoren was (in 1682 verdronken). De nieuwe, tweede, Everingepolder kwam waarschijnlijk in de tweede helft van de 14e eeuw tot stand. Het was een van de negen polders die in het geulgebied van de Dierik ontstonden. Als enige bestaat de Everingepolder nog, al verging het zuidelijke deel mét de kerk van Everinge in de 17e eeuw. De andere polders werden geheel door de rivier teruggenomen: Vogelsang, Sint-Jacobs, Dierik, Stuivezand, Zuid, Quistgeld en de minipolders Pappotke en Vrouwe. Stuivezand was wel de belangrijkste, maar ook de Dierikpolder - ingedijkt in 1525, prijsgegeven omstreeks 1570 - had een flinke omvang, met 481 schotbare gemeten.

Een deel van de verdronken Zuidpolder is in 1957 bij het op deltahoogte brengen van de zeedijk opnieuw ingedijkt. Deze vijftig hectare werd na een geschil over het eigendomsrecht toegewezen aan de ambachtsheer van Ellewoutsdijk en de Van Hattumpolder gedoopt.

Zwakke schakels
De verdwenen Zuidpolder bij Ellewoutsdijk moet niet verward worden met de huidige Zuidpolder van Baarland. Dat is een polder die heel wat doorbraken kende, getuige een zestal welen die na de Februariramp van 1953 en de daarop volgende herverkaveling opgeruimd zijn. Het waren doorbraken op de plaats waar de zeedijk over een verzande geul (de Dierik) was gelegd. Dergelijke kruisingen van dijk en geul blijken in de praktijk zwakke schakels in de zeewering te vormen. De wat grillige lijn van de huidige dijk herinnert daar nog aan.

Ook aan de zuidkant van de Baarlandpolder zijn gebieden verloren gegaan: de Lange- en de Kerkepolder, met de dorpen Vinninghen en Oostende, die circa 1520 buitengedijkt werden. Dat lot trof later ook het dorp Bakendorp; dat verdween tussen 1530 en 1570 geleidelijk in de Honte. De kerktoren werd in 1850 gesloopt. Tijdens de herverkaveling zijn in 1957 alle overblijfselen van het oude Bakendorp zonder pardon opgeruimd. Nu rest een gehucht met, tot de Februariramp van 1953, een landbouwhaventje.

Disclaimer: de verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze pagina ligt geheel bij de webmaster van DGB, CeeBee IT (eindredactie:C. van der Bliek).
Bronnen: pzc, gemeente Borsele, Omroep Zeeland, internet e.a.