Werelds festival in hartje Nisse
Pastorale au Parvis is een prachtig festival. Aan de ene kant dorps, met tuinstoelen en een ons-kent-ons sfeertje, maar aan de andere kant zo werelds als het maar zijn kan. Want ook de zevende editie bracht een veelheid aan stijlen en culturen.
Na de kerkconcerten van vrijdag, begonnen zaterdagmiddag de pleinconcerten op het dorpsplein. Anders dan in voorgaande jaren, want Els Paauwe uit Nisse, die alle voorgaande edities opende met haar pianomuziek, was er niet bij. Ze overleed vorige maand op 49-jarige leeftijd.
Na enig oponthoud door technische problemen opende Richard MD Arzad en zijn
muzikanten het festival met hun op Javaanse volksmuziek gebaseerde repertoire
waarin ook Afrikaanse, Koreaanse en Surinaamse invloeden te herkennen waren.
Vervolgens brachten de Amsterdamse straatmuzikanten Joek en Jette - door de
organisatie naar Nisse gehaald na het zien van een reportage in Netwerk - het
publiek in beroering met een repertoire van vooral klassieke liederen.
Hoofdact
Na het Belgische BuB en het Nederlandse Ygdrassil was het de beurt aan Ialma, door velen als de hoofdact beschouwd. De tienkoppige groep - vijf zangeressen en vijf muzikanten - maakte het helemaal waar, want hoewel ze het publiek niet echt van de stoelen kreeg, maakte de Belgische band er een swingend optreden van. Hun Gallicische muziek heeft een hoog meezinggehalte, zodat het voor veel bezoekers niet alleen bij luisteren bleef. Toen één van de zangeressen bij het laatste nummer opriep tot meezingen - `het is niet moeilijk, gewoon ay la la` - kwam het publiek zowaar bijna los.
Na Ialma was het de beurt aan tenor Kees Taal, die een aria van Verdi zonder
moeite afwisselde met een modern stuk van Saffina.
De zevende Pastorale au Parvis werd afgesloten door de Brusselse groep Jaune
Tourjours, die het publiek met een knap staaltje stadsfolk voor de laatste
maal deed bewegen. |