Kerncentrale veilig voor vliegtuigramp.
De kerncentrale te Borssele is bestand tegen een vliegtuigbotsing. Dat heeft
EPZ, exploitant
van de kerncentrale verklaard.
Ook andere calamiteiten, zoals een gaswolkexplosie, een aardbeving of langdurige
uitval van de koeling moet de kerncentrale kunnen doorstaan. De veiligheidsmaatregelen
zijn bij de bouw tussen 1969 en 1973 en bij de modificatie tussen 1995 en 1997
al getroffen. Ook het opslaggebouw voor radioactief afval van de COVRA in Borsele-West
(Sloegebied) is gedimensioneerd op grootschalige rampen. De bunker in aanbouw
voor hoogradioactief afval krijgt een wand van 1,70 meter dik beton met een zeer
zware wapening.
Alle maatregelen bij de kerncentrale zijn erop gericht om kernsmelting te voorkomen
en ontsnapping van radioactiviteit naar de buitenwereld te voorkomen. Het gaat
om vijf barrières. De splijtstof zelf bevindt zich in gasdichte buizen
van roestvrij staal. Het reactorvat, waarin de splijtstofstaven zich bevinden,
heeft wanden van 18 centimeter dik, hoogwaardig metaal. Het reactorvat staat
in een zware betonnen bunker, die radioactieve straling absorbeert. Daaromheen
is de stalen bol met een wanddikte van 2,2 tot 3 centimeter staal. Dan is er
nog de buitenkant van 60 centimeter
dik beton.
Daarnaast zijn er verschillende meervoudig uitgevoerde noodstroom- en noodkoelinstallaties.
Er is in een apart versterkt gebouw staat nog een
extra besturingsinstallatie.
Het opslaggebouw voor hoogradioactief materiaal van de COVRA wordt zo gebouwd
dat het de inslag van een F16 straaljager kan doorstaan, waarvan de gevolgen
bij een botsing nog erger zijn dan met een verkeersvliegtuig. Tot 11,90 meter
boven NAP is er geen kans op overstroming.
De veiligheidsmaatregelen rondom de twee complexen zijn na de aanslagen in Amerika
wel aangescherpt. |